Kom meer te weten over onze geitenkudde: een mix van erfgoed en innovatie

Zonder de biologische geitenmelk van onze boerderij zouden onze heerlijke biologische Karditsel geitenkazen niet bestaan. Geitenboer Koen deelt graag meer over onze levendige geitenkudde, die een mix is van erfgoed en moderne variëteiten. Van zeldzame Belgische rassen zoals de Vlaamse en Kempense geiten tot meer eigentijdse varianten zoals de Belgische hertegeit en de Anglo-Nubische geit. Maak kennis met onze geiten en ontdek hun unieke kenmerken, verhalen en de belangrijke rol die ze al eeuwenlang vervullen.

 

Lander (hertegeitenbok) & boer Koen

van oude bondgenoot tot moderne melkleverancier

De geit heeft een eervolle plek als een van de eerste huisdieren die werden gehouden, voornamelijk in het Midden-Oosten. Ongeveer 6000 jaar geleden bereikten de eerste geiten onze streken en leverden ze niet alleen melk, vlees en leer, maar waren ze ook van onschatbare waarde voor de lokale nederzettingen. Vanaf het begin was er een duidelijk onderscheid tussen twee types: de witte geit, van Keltische afkomst, en de bruine geit, met een oorsprong in de Frankische cultuur. Beide types kenmerkten zich door hun ruwe vacht en lange hoorns, waarbij de witte geiten bekend stonden om hun brede voorhoofd, vaak aangeduid als "schaapskoppen", terwijl de bruine geiten lichter en slanker waren met een levendiger voorkomen.

Achilles (Vlaamse bok) & boer Koen

Tegen het einde van de 19e eeuw, gesteund door de Kerk, werden geitenbonden opgericht met als voornaamste doel rasverbetering. De geit werd destijds beschouwd als "de koe van de armen", omdat ze betaalbaar was in aanschaf en onderhoud, en vrij kon grazen langs bermen en akkers. Veel Vlaamse huishoudens koesterden één of twee geiten. Er werd gestreefd naar een betere melkproductie en ook uiterlijke kenmerken werden in overweging genomen, zoals het elimineren van wit bij de "bruine" geiten.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog daalde het aantal geiten aanzienlijk, waarbij slechts 5% van de populatie overbleef. De kwaliteit van de geitenpopulatie werd eveneens sterk verminderd. Onder leiding van het ministerie van Landbouw werden buitenlandse topgeiten geïmporteerd om de rassen te verbeteren, zoals het Frans-Zwitserse alpineras en de witte Zwitserse Saanengeit. Zo ontstonden geleidelijk aan de Belgische hertegeit en de Belgische witte geit. De oorspronkelijke "bruine" geit leeft voort in de huidige Vlaamse wild-kleurige geiten, terwijl de witte Kempense geiten hun afkomst vinden bij de schaapskoppen. Deze oude rassen waren echte dubbeldoelrassen, zowel melkproductie als vlees waren van belang. In latere ontwikkelingen in de geitensector verschoof de focus meer naar melkproductie.

 

Ontmoet onze geitenkudde

Onze geitenkudde is een levendige mix van erfgoed en hedendaagse variëteit. Van Vlaamse en Kempense geiten tot Belgische hertegeiten en een grote groep kruisingen van de meer moderne melkgeitenrassen: de witte melkgeiten (Nederlandse witte melkgeit – Britse Saanen), Toggenburger en Anglo-Nubische geiten. Een bonte verzameling die het verleden eert en de toekomst omarmt.

1. Vlaamse geit

Een zeldzaam Belgisch ras, oorspronkelijk voornamelijk te vinden in Oost- en West-Vlaanderen. Deze geiten zijn laag, gedrongen en compact, met stevige poten. Ze hebben langere haren op hun rug en achterkant. Een kenmerkende eigenschap is hun driekleurige vacht, bestaande uit wit, bruin en zwart, vaak met een zwarte ruglijn en witte vlekken op de neus. Dit ras wordt bedreigd (er zijn nog slechts ±100 van deze geiten) en we werken samen met het Steunpunt Levend Erfgoed om het te behouden.

Op de foto’s zie je Achilles (bok) & Bicolor (geit)

2. Kempense geit

Eveneens een zeldzaam Belgisch ras dat historisch vooral voorkwam in Antwerpen, Limburg en Brabant. Deze geiten zijn laag, gedrongen en compact, met krachtige poten, een brede borst en een kenmerkende brede kop, ook wel bekend als een "schaapskop". Ze hebben langere haren op hun rug en achterkant. De Kempense geit is volledig wit van kleur. Dit ras wordt bedreigd, met nog slechts ongeveer 100 dieren over, en we werken samen met het Steunpunt Levend Erfgoed om het te behouden.

Op de foto’s zie je Tsaar (bok) & Trijntje (geit)

3. Belgische hertegeit

Een moderner Belgisch ras, voortgekomen uit de kruising tussen de Vlaamse geit en de Frans-Zwitserse alpinegeit. Deze geiten zijn groot en rank, met hoge poten en een korte vacht. Ze zijn volledig bruin, met zwarte onderpoten, een zwarte buik en binnenkant van de benen, en een fijne, zwarte streep op de rug. Idealiter hebben ze ook een zwart masker op het hoofd, of zelfs een volledig zwart gezicht. Het zijn typische melkgeiten die, in tegenstelling tot de Franse hertegeit, geen witte vlekken mogen vertonen. Het ras ondergaat momenteel een sterke achteruitgang en wordt langzaam maar zeker bedreigd.

Op de foto’s zie je Lander (bok) & Fleur (geit)

4. Witte melkgeit (Nederlandse witte melkgeit – Britse Saanen)

Vanwege hun reputatie als uitstekende melkproducenten zijn Saanengeiten de meest voorkomende geiten op melkveebedrijven. Ze zijn over het algemeen groot en slank, met een korte witte vacht. In diverse landen, waaronder Nederland en Engeland, werden lokale witte geiten "verbeterd" door ze te kruisen met de Zwitserse Saanengeit.

Op de foto’s zie je Mieke (geit)

5. Toggenburger

Een oud ras afkomstig uit het Zwitserse "Obertoggenburg" werd vanwege zijn uitstekende melkproductie geëxporteerd naar verschillende andere landen, waar deze dieren verder werden verfijnd. In onze kudde hebben we het type Britse Toggenburger. Deze geiten zijn over het algemeen compact en stevig, met een korte vacht. Ze variëren in kleur van lichtbruin tot muisgrijs, met witte onderpoten en de karakteristieke witte streepjes op het hoofd.

Op de foto’s zie je Knoep (geit)

6. Anglo-Nubische geit

Dit modernere ras, ontwikkeld in Engeland met behulp van Egyptische en Afrikaanse geiten, kenmerkt zich door zijn grote gestalte, hoge poten en korte vacht. Opvallend zijn de gebogen neus, ook wel bekend als "ramsneus", en de brede, hangende oren. Wat betreft kleuren, overgangen en vlekkenpatronen kent dit ras vrijwel alle mogelijke variaties. De melk van deze geiten staat bekend om zijn hogere gehalte aan vet en eiwit, hoewel de hoeveelheid melk vaak iets lager is.

Op de foto’s zie je Freya, onze oudste melkgeit. Dit jaar heeft ze de respectabele leeftijd van 10 jaar bereikt. Ze is onze oudste echte melkgeit (hoewel we enkele Vlaamse en Kempense geiten hebben die ouder zijn), en met de jaren is ze eerder mager dan stevig geworden.

Op de foto’s zie je Freya (geit)

Volgende
Volgende

Geiten met slimme eetgewoonten